De voorzitter opent de zitting op 06/12/2021 om 20:26.
De voorzitter heet de raadsleden en de andere aanwezigen welkom.
1. Interne Zaken
1.1 Vaststelling dagorde
1.2 Advies oprichting dochteronderneming door De Watergroep en FARYS
1.3 Marec D.V.: buitengewone algemene vergadering 29 december 2021 - mandaat
1.4 Goedkeuring en vastleggen brugdagen kalenderjaar 2022
2. Financiën
2.1 Goedkeuring belastingreglement directe heffing op zand in naruim – dienstjaar 2022
2.2 Goedkeuring opcentiemen op de personenbelasting – dienstjaar 2022
2.3 Goedkeuring opcentiemen op de heffing op leegstaande bedrijfsgebouwen van het Vlaams Gewest – dienstjaar 2022
2.4 Goedkeuring opcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaams Gewest – dienstjaar 2022
2.5 Advies rekening dienstjaar 2020 kerkfabriek St.-Servatius Ophoven
2.6 Advies rekening dienstjaar 2020 kerkfabriek St.-Lambertus Geistingen
2.7 Advies rekening dienstjaar 2020 kerkfabriek St.-Leonardus Molenbeersel
2.8 Advies rekening dienstjaar 2020 kerkfabriek Sint-Martinus Kinrooi
2.9 Advies rekening dienstjaar 2020 kerkfabriek Sint-Martinus Kessenich
2.10 Akteneming budgetwijzigingen 2021, kerkfabrieken
2.11 Goedkeuring van de budgetten 2022, kerkfabrieken
2.12 Goedkeuring meerjarenplanaanpassing 2 (december 2021) 2020-2025 AGB Kinrooi
2.13 Goedkeuring Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 (MJPA 2020_02) december gemeente en OCMW Kinrooi – deel OCMW
2.14 Vaststelling Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 (MJPA 2020_02) december gemeente en OCMW Kinrooi – deel gemeente
2.15 Goedkeuring gemengde overheidsopdracht onder de vorm van een publiek private samenwerking 'De commerciële ontwikkeling en realisatie van een aantal private wooneenheden aangevuld met private functies en publieke functies'
3. Technische dienst
3.1 Restauratiewerken Motte en kapel, inrichting en ontsluitingswerken aan de Motte - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze - opdrachtgever gemeentebestuur Kinrooi
3.2 LIP Kesse'nich in zich(t) - Inrichting omgeving Motte - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze - Opdrachtgever Vlaamse Landmaatschappij
3.3 Groenbeheer uitgevoerd door sociale tewerkstelling - Meerjarenopdracht 2022 tot en met 2025 - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze
4. Sociaal huis
4.1 Afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst met De Plan-trekkers, Regio Oost
5. Secretariaat
5.1 Kennisgevingen en mededelingen
5.2 Definitieve vaststelling verslag vorige zitting
De voorzitter geeft het woord aan burgemeester Jo Brouns. Hij verleent de inhoudelijke toelichting.
Raadslid Marcel Dirkx merkt op dat een dergelijke constructie gewoonlijk de voorbode is van een verregaande samenwerking. Hij vraagt of dit ook nu het geval is.
De burgemeester antwoordt dat hij geen enkele indicatie heeft in die richting, maar dat hij ook geen argument heeft om dit scenario te ontkennen.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op de e-mail van De Watergroep in bijlage, waarin gevraagd wordt om het advies van onze gemeente omtrent de statuten en het intern reglement van de gezamenlijke dochteronderneming die men wil oprichten met FARYS/TMVW;
Gelet op de documenten in bijlage (samenwerkingsopportuniteiten, statuten en intern reglement);
Overwegende dat de voordelen van de oprichting van deze dochteronderneming erin bestaat om gezamenlijk beleidsuitdagingen aan te gaan (1. Maatschappelijke ‘sense of urgency’ rond weerbaarheid van watervoorziening in context van klimaatverandering en geassocieerde risico’s rond droogte, waterschaarste, en waterverontreiniging (e.g. ‘Bluedeal) en 2. Dynamiek creëren onder waterbedrijven rond samenwerking in kader van een integraal waterbeheer). Verder ziet men in deze samenwerking opportuniteiten in bedrijfseconomische efficiëntiewinsten en schaalvoordelen;
Overwegende dat men wenst te kiezen voor de lichtst mogelijke vorm van samenwerking. In dit scenario wordt gestart zonder assets, personeel of kernactiviteiten in de dochter, en wordt deze situatie ook op termijn behouden. Ondanks de lichte structuur kan er binnen dit scenario met het beschreven pilootproject zowel bij de start
als op termijn significante beleidsmatige en financiële meerwaarde gegenereerd worden. Bovendien kan de scope van het pilootproject op termijn
uitgebreid worden naar andere samenwerkingsinitiatieven: zolang er geen personeel, assets en kernactiviteiten ingebracht worden volstaat een lichte
governance en zullen de juridische, fiscale en P&O implicaties minimaal zijn;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
BESLUIT:
Artikel 1.- Positief advies te verlenen voor de oprichting van een dochteronderneming door De Watergroep en FARYS/TMVW om gezamenlijk beleidsuitdagingen aan te gaan en om bedrijfseconomische efficiëntiewinsten en schaalvoordelen te halen uit deze samenwerking, en dit onder de lichtst mogelijke vorm van samenwerking, zoals voorgesteld in de documenten in bijlage.
De voorzitter verzorgt de toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op het lidmaatschap van de gemeente bij Marec D.V.;
Gelet op de statuten van Marec D.V.;
Gelet op de uitnodigingsbrief van 24 november 2021 tot de buitengewone algemene vergadering van Marec D.V. van 29 december 2021, met vermelding van de volledige agenda;
Overwegende dat de agenda als volgt is vastgesteld:
- Goedkeuring vorig verslag vergadering;
- Evaluatie 2021: bezettingscijfers en prognose;
- Begroting 2022.
Gelet op de verantwoordingsstukken en de toelichtingsnota’s betreffende de punten vermeld op de agenda van de buitengewone algemene vergadering;
Overwegende dat de vergadering zal plaatsvinden via videoconferentie omdat de situatie inzake het coronavirus een fysieke vergadering niet rechtvaardigt;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
BESLUIT:
Artikel 1.- De agenda van de buitengewone algemene vergadering van Marec D.V. van 29 december 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) wordt goedgekeurd.
Artikel 2.- De gemeentelijk vertegenwoordigers worden gemandateerd om op de in artikel 1 vermelde vergadering te handelen en te beslissen zoals vermeld in artikel 1 en verder al het nodige te doen voor afwerking van de volledige agenda. De vergadering zal plaatsvinden via videoconferentie om de situatie inzake het coronavirus een fysieke vergadering niet rechtvaardigt.
Artikel 3.- Een afschrift van dit besluit over te maken aan Marec en aan de afgevaardigden.
Artikel 4.- In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 20-12-2017;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 07-12-2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (B.S. 24-12-2007) meer bepaald artikel 179;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 12-11-2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 23-11-2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het Besluit van de Vlaamse Regering van 07-12-2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositieregeling van de secretaris en van de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 12-11-2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 06-09-2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het Besluit van de Vlaamse Regering van 07-12-2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositieregeling van de secretaris en van de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en tot wijziging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 12-11-2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat de definitieve ambtsneerlegging betreft;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29-12-2008, houdende de goedkeuring van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel;
Gelet op de wet van 29-07-1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en omzendbrief 92/25 van de voorzitter van de Vlaamse Executieve van 05-02-1992 ter zake en de omzendbrief BA-G-92/10 van 18-11-1992 van de Vlaamse Minister van Binnenlandse Aangelegenheden betreffende de toepassing van de wet van 29-07-1991 op de besluiten van provinciale en gemeentelijke overheden;
Gelet op de wet van 19-12-1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
Gelet op artikel 261 van onze rechtspositieregeling met betrekking tot onze wettelijke feestdagen en drie bijkomende feestdagen;
Gelet op de wet van 04-01-1974 betreffende de feestdagen en het koninklijk besluit van 18-04-1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 04-01-1974 betreffende de feestdagen;
Overwegende dat de wet van 04-01-1974, het koninklijk besluit van 18-04-1974 en het koninklijk besluit van 03-06-2007 niet van toepassing is op personeelsleden van lokale besturen met uitzondering van de personeelsleden tewerkgesteld door instellingen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen of door instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen;
Overwegende dat het billijk en redelijk is om voor de personeelsleden die niet onder de wet van 04-01-1974, het koninklijk besluit van 18-04-1974 en het koninklijk besluit van 03-06-2007 vallen, een soortgelijke regeling uit te werken;
Overwegende dat een lokaal bestuur met betrekking tot zijn principiële beslissingsvrijheid gebonden is aan het administratief toezicht, een syndicale onderhandelingsprocedure en de regels van billijkheid en gelijkheid;
Gelet op de vraag van de personeelsdienst dd. 14-08-2020 houdende het vastleggen van brugdagen voor feestdagen die in het weekend vallen hetgeen resulteerde in een individuele bevraging van de personeelsleden per dienst;
Overwegende dat volgende feestdagen op een zaterdag of zondag vallen:
• 01-01-2022 op een zaterdag
• 01-05-2022 op een zondag
• 25-12-2022 op een zondag
Overwegende dat hiervoor 2 vervangingsdagen zullen toegekend worden en de overige dag aan het verlof wordt toegevoegd;
Gelet op het voorstel om deze feestdagen, die in 2022 op een dag vallen waarop er normaal gezien niet gewerkt wordt, eerst bij het verlof te tellen en daarna voor het personeel van het Administratief Centrum, Technische Dienst, Facilitair Beheer en De Stegel op volgende wijze te compenseren:
• Vrijdag 27-05-2022
• Vrijdag 22-07-2022
Gelet op het voorstel om deze feestdagen, die in 2022 op een dag vallen waarop er normaal gezien niet gewerkt wordt, meer bepaald voor het personeel van de Bibliotheek op volgende wijze te compenseren:
• Zaterdag 12-11-2022
Gelet op het voorstel om deze feestdagen, die in 2022 op een dag vallen waarop er normaal gezien niet gewerkt wordt, eerst bij het verlof te tellen en daarna voor het personeel van de Buitenschoolse Kinderopvang op volgende wijze te compenseren:
• Vrijdag 27-05-2022
• Vrijdag 22-07-2022
Tevens willen wij meedelen dat bij de rondvraag het voorstel werd geformuleerd om voor de Buitenschoolse Kinderopvang van maandag 25-07-2022 tot en met vrijdag 29-07-2022 en van dinsdag 27-12-2022 tot en met vrijdag 30-12-2022 collectief verlof vast te leggen;
Gelet op de notulen van de vergadering van het Hoog Overlegcomité van 22-11-2021, als het protocol van akkoord van het Hoog Overlegcomité van 22-11-2022;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
BESLUIT:
Artikel 1.- Voor het personeel van Administratief Centrum, Technische Dienst, Facilitair Beheer en De Stegel voor het kalenderjaar 2022 volgende brugdagen verplicht ingevoerd:
• Vrijdag 27-05-2022
• Vrijdag 22-07-2022
Artikel 2.- Voor het personeel van de Bibliotheek wordt voor het kalenderjaar 2022 volgende brugdagen verplicht ingevoerd:
• Zaterdag 12-11-2022
Artikel 3.- Voor het personeel van de Buitenschoolse Kinderopvang wordt voor het kalenderjaar 2021 volgende brugdagen verplicht ingevoerd:
• Vrijdag 27-05-2022
• Vrijdag 22-07-2022
Tevens willen wij meedelen dat bij de rondvraag het voorstel werd geformuleerd om voor de Buitenschoolse Kinderopvang van maandag 25-07-2022 tot en met vrijdag 29-07-2022 en van dinsdag 27-12-2022 tot en met vrijdag 30-12-2022 collectief verlof vast te leggen;
Artikel 4.- Personeel waarvan het uurrooster zo is geregeld dat zij geen prestaties op de voormelde brugdag leveren, vallen buiten deze regeling.
Artikel 5.- In toepassing van artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 dit besluit en de inhoud ervan bekend te maken op de web-toepassing van de gemeente en de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte te brengen overeenkomst
De voorzitter verleent het woord aan schepen Wim Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de Grondwet, meer bepaald artikel 170§4;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010, 17 februari 2012 en 20 december 2019;
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285, 286 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente zoals die blijkt uit het meerjarenplan de noodzaak van de invoering van rendabele belasting rechtvaardigt
Overwegende dat op het grondgebied van onze gemeente in de uiterwaarden van de Maas verschillende baggerbedrijven actief zijn met zandwinningen in naruim in de ontstane waterplassen na de grindwinning;
Overwegende dat het onlogisch en onbillijk is de lasten welke voortvloeien uit het bestaan en de exploitatie van de nijverheden waarvan de structuur zich moeilijk leent tot de toepassing van de nijverheidsbelasting, ten laste te leggen van de inwoners;
Overwegende dat het om voormelde redenen aangewezen is te hunnen laste een speciale belasting te heffen die in zekere mate de onkosten en verplichtingen dekt welke de gemeente door hun aanwezigheid op het grondgebied van de gemeente te dragen heeft;
BESLUIT:
Artikel 1.- Voor het aanslagjaar 2022 wordt ten laste van de exploitanten van open groeven welke tot doel hebben de winning van zand in naruim (*) en die gelegen zijn binnen de grenzen van de gemeente een directe gemeentebelasting op de zandwinning in naruim gevestigd.
Voor het jaar 2022 bedraagt deze belasting 0,50 EUR x 158,32 / 111,22 = 0,7117 EUR per ton zand in naruim. (basisindex is 111,22 (september 2002 B.1996 = 100 - nieuwe index is september 2021 = 158,32
(*) onder zand in naruim wordt verstaan de zandwinning na de grindwinning in de ontstane waterplassen, door opzuiging tot op 20 à 25 meter diepte. Zandwinning in naruim vergt een afzonderlijke winning met geavanceerde apparatuur en heeft een andere en fijnere korrel dan het zand bedoeld in de grindheffing (zand tussen de grindlagen, de z.g. betonzand die in één winning wordt uitgebaggerd samen met de grind en breekzand)
Artikel 2.- De belasting is verschuldigd door de exploitanten van de betrokken nijverheid.
De heffing wordt jaarlijks gevestigd op uiterlijk:
1) 30 september voor de afgevoerde hoeveelheid zand in naruim van de eerste zesmaandelijkse periode van het aanslagjaar;
2) 31 december voor de afgevoerde hoeveelheid zand in naruim van de laatste zesmaandelijkse periode van het aanslagjaar;
Artikel 3.- De heffingsplichtingen zijn verplicht om voor 31 juli van het aanslagjaar en voor 31 december van het aanslagjaar een halfjaarlijkse aangifte bij het gemeentebestuur in te dienen van het aantal afgegraven en afgevoerde ton zand in naruim van het aanslagjaar.
Deze zesmaandelijkse aangiften moeten gedaan worden op het aangifteformulier dat door het gemeentebestuur wordt toegestuurd.
Het gemeentebestuur mag door, alle middelen de echtheid van de ingediende aangifte nagaan.
Artikel 4.-
§ 1. Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.
In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover het college van burgemeester en schepenen beschikt.
§ 2. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
§ 3. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
§ 4. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 01 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
§ 5. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100 %. Deze verhoging wordt ook ingekohierd.
§ 6. De overtredingen worden vastgesteld door personeelsleden van de gemeente, daartoe aangewezen door het college van burgemeester en schepenen. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
Artikel 5.- De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 6.- De kohierbelasting moet betaald zijn binnen twee de maanden na verzending van het aanslagbiljet op de aangeduide rekening.
Artikel 7.- De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.
Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 8.- In toepassing van artikel 285 en 286 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt dit besluit en de inhoud ervan bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op artikel 170§4 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285, 286 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Wetboek van de Inkomstenbelasting, meer bepaald de artikelen 465 tot en met 470/1 houdende aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting van de Staat;
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente zoals die blijkt uit het meerjarenplan de noodzaak van de invoering van rendabele belasting rechtvaardigt;
BESLUIT:
Artikel 1.- Voor het aanslagjaar 2022 wordt een aanvullende gemeentebelasting geheven op de personenbelasting van de Staat ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2.- De belasting wordt vastgesteld op 6 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelasting 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3.- De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.
Artikel 4.- In toepassing van artikel 285 en 286 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt dit besluit en de inhoud ervan bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de Grondwet, meer bepaald artikel 170§4;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 471 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen dat de vaststelling van het kadastrale inkomen van een gebouw en/of woning regelen, geïndexeerd in overeenstemming met artikel 518 van hetzelfde wetboek;
Gelet op het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285, 286 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet
van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, inzonderheid Hoofdstuk III, artikel 15, betreffende de mogelijkheid om gemeentelijke opcentiemen te heffen;
Overwegende dat de verloedering van bedrijfsgebouwen ernstig moet genomen worden past het opcentiemen te heffen op de gewestelijke heffing enerzijds als maatregel tegen de leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten en anderzijds als verbetering van de leef- en omgevingskwaliteit binnen onze gemeente;
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente zoals die blijkt uit het meerjarenplan de noodzaak van de invoering van rendabele belasting rechtvaardigt;
BESLUIT:
Artikel 1.- Voor het aanslagjaar 2022 worden ten behoeve van de gemeente Kinrooi 20 opcentiemen geheven op de heffing van het Vlaamse Gewest met betrekking tot de leegstaande en verwaarloosde bedrijfsgebouwen.
Artikel 2.- De gemeente doet een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van bovenvermelde opcentiemen.
Artikel 3.- In toepassing van artikel 285 en 286 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt dit besluit en de inhoud ervan bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur
De voorzitter verleent het woord aan schepen Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de Grondwet, meer bepaald artikel 170§4;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 464, 1° van het Wetboek van de Inkomstenbelasting van 10 april 1992;
Gelet op het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit;
Gelet op het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies;
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285, 286 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;
Overwegende dat ingevolge het gewijzigde artikel 2.1.4.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de basisheffing van de onroerende voorheffing in het Vlaams Gewest vanaf het aanslagjaar 2018 is gestegen van 2,5% naar 3,97% van het kadastraal inkomen;
BESLUIT:
Artikel 1.- Voor het aanslagjaar 2022 worden ten behoeve van de gemeente Kinrooi 890 opcentiemen op de onroerende voorheffing van het Vlaamse Gewest geheven.
Artikel 2.- De bovenvermelde opcentiemen zullen geïnd worden samen met de onroerende voorheffing van het Vlaamse Gewest.
Artikel 3.- In toepassing van artikel 285 en 286 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt dit besluit en de inhoud ervan bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting. Hij doet dit aan de hand van een Excel overzicht.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22-12-2017;
Gelet op de wet van 29-07-1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het bestuursdecreet van 7-12-2018;
Gelet op de Bijzondere Wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en gemeenschappen, inzonderheid artikel 4 dat bepaalt dat het Vlaams parlement en de Vlaamse regering in het Vlaamse gewest de bevoegdheden van de gewestorganen uitoefent voor de kerkfabrieken en de instellingen die belast zijn met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, met uitzondering van de erkenning van de erediensten en de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 54 dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks de rekening van de kerkfabriek van het voorgaande jaar vaststelt en indient voor 1 maart bij het centraal kerkbestuur en artikel 55 dat bepaalt dat de rekeningen jaarlijks voor 1 mei bij de gemeenteoverheid en tegelijkertijd bij de provinciegouverneur worden ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren. Als er geen centraal kerkbestuur werd opgericht, dient de kerkfabriek de rekening in. De rekeningen zijn onderworpen aan het advies van de gemeenteraad;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemene reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, in toepassing van artikel 53 van het decreet van 7 mei 2004, inzonderheid afdeling IV jaarrekening, artikel 39 t/m 44 en artikel 47, zoals gewijzigd;
Gelet op omzendbrief BB-2007/01 van 12 januari 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Overwegende dat de dienstjaarrekeningen 2020 van de kerkfabrieken door het centraal kerkbestuur Kinrooi gezamenlijk werden ingediend bij Religiopoint op 16 april 2021 samen met een overzicht van de betaalde toelagen en de overschotten en/of tekorten van de jaarrekeningen;
Gelet op bijgevoegde rekening over het dienstjaar 2020 van de kerkfabriek St.-Servatius Ophoven, goedgekeurd door de kerkraad op 24 februari 2021, die de volgende uitslag vertoont:
|
|
Ontvangsten |
Uitgaven |
Saldo |
| Exploitatie |
18.643,53 |
29.489,28 |
-10.845,75 |
| Overboekingen |
|
|
- 1.200,00 |
| Exploitatietoelage |
|
|
16.098,75 |
| Overschot exploitatie 2019 |
|
|
17.033,99 |
| Totaal exploitatie |
|
|
21.086,99 |
|
|
|
|
|
| Investeringen |
0,00 |
59.311,51 |
-59.311,51 |
| Overboekingen |
|
|
1.200,00 |
| Investeringstoelage |
|
|
0,00 |
| Overschot investeringen 2019 |
|
|
66.178,57 |
| Totaal investeringen |
|
8.067,06 |
|
|
|
|
Overwegende dat er in 2020 een gemeentelijke exploitatietoelage van €16.098,75 (waarvan €5.549,75 achterstal) en geen investeringstoelage werd uitgekeerd;
Gelet op de bijgevoegde stukken;
BESLUIT:
Artikel 1. - Voormelde dienstjaarrekening 2020 van de kerkfabriek St.-Servatius Ophoven wordt gunstig geadviseerd met de aanbeveling om het exploitatieoverschot 2020 in de mate van het mogelijke aan te wenden om de voorziene gemeentelijke exploitatietoelagen in de meerjarenplanning te verminderen.
Artikel 2. - In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22-12-2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22-12-2017;
Gelet op de wet van 29-07-1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het bestuursdecreet van 7-12-2018;
Gelet op de Bijzondere Wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en gemeenschappen, inzonderheid artikel 4 dat bepaalt dat het Vlaams parlement en de Vlaamse regering in het Vlaamse gewest de bevoegdheden van de gewestorganen uitoefent voor de kerkfabrieken en de instellingen die belast zijn met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, met uitzondering van de erkenning van de erediensten en de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 54 dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks de rekening van de kerkfabriek van het voorgaande jaar vaststelt en indient voor 1 maart bij het centraal kerkbestuur en artikel 55 dat bepaalt dat de rekeningen jaarlijks voor 1 mei bij de gemeenteoverheid en tegelijkertijd bij de provinciegouverneur worden ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren. Als er geen centraal kerkbestuur werd opgericht, dient de kerkfabriek de rekening in. De rekeningen zijn onderworpen aan het advies van de gemeenteraad;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemene reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, in toepassing van artikel 53 van het decreet van 7 mei 2004, inzonderheid afdeling IV jaarrekening, artikel 39 t/m 44 en artikel 47, zoals gewijzigd;
Gelet op omzendbrief BB-2007/01 van 12 januari 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Overwegende dat de dienstjaarrekeningen 2020 van de kerkfabrieken door het centraal kerkbestuur Kinrooi gezamenlijk werden ingediend bij religiopoint op 16 april 2021 samen met een overzicht van de betaalde toelagen en de overschotten en/of tekorten van de jaarrekeningen;
Gelet op bijgevoegde rekening over het dienstjaar 2020 van de kerkfabriek Sint-Lambertus Geistingen, goedgekeurd door de kerkraad op 1 februari 2021 die de volgende uitslag vertoont:
|
|
Ontvangsten |
Uitgaven |
Saldo |
| Exploitatie |
13.109,43 |
20.463,96 |
- 7.354,53 |
| Financiering |
-18.195,00 |
||
| Exploitatietoelage |
|
|
27.659,60 |
| Overschot exploitatie 2019 |
|
|
9.446,35 |
| Totaal exploitatie |
|
|
11.556,42 |
|
|
|
|
|
| Investeringen |
80.000,00 | 235.591,96 | -155.591,96 |
| Investeringstoelage |
|
|
0,00 |
| Overschot investeringen 2019 |
|
|
155.591,96 |
| Totaal investeringen |
0,00 |
||
|
|
|
Overwegende dat in 2020 een gemeentelijke exploitatietoelage van 27.659,60 euro werd uitgekeerd en geen investeringstoelage;
Gelet op de bijgevoegde stukken;
BESLUIT:
Artikel 1. - Voormelde dienstjaarrekening 2020 van de kerkfabriek Sint-Lambertus Geistingen wordt gunstig geadviseerd met de aanbeveling om het exploitatieoverschot 2020 in de mate van het mogelijke aan te wenden om de voorziene gemeentelijke exploitatietoelagen in de meerjarenplanning te verminderen.
Artikel 2. - In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22-12-2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22-12-2017;
Gelet op de wet van 29-07-1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het bestuursdecreet van 7-12-2018;
Gelet op de Bijzondere Wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en gemeenschappen, inzonderheid artikel 4 dat bepaalt dat het Vlaams parlement en de Vlaamse regering in het Vlaamse gewest de bevoegdheden van de gewestorganen uitoefent voor de kerkfabrieken en de instellingen die belast zijn met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, met uitzondering van de erkenning van de erediensten en de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 54 dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks de rekening van de kerkfabriek van het voorgaande jaar vaststelt en indient voor 1 maart bij het centraal kerkbestuur en artikel 55 dat bepaalt dat de rekeningen jaarlijks voor 1 mei bij de gemeenteoverheid en tegelijkertijd bij de provinciegouverneur worden ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren. Als er geen centraal kerkbestuur werd opgericht, dient de kerkfabriek de rekening in. De rekeningen zijn onderworpen aan het advies van de gemeenteraad;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemene reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, in toepassing van artikel 53 van het decreet van 7 mei 2004, inzonderheid afdeling IV jaarrekening, artikel 39 t/m 44 en artikel 47, zoals gewijzigd;
Gelet op omzendbrief BB-2007/01 van 12 januari 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Overwegende dat de dienstjaarrekeningen 2020 van de kerkfabrieken door het centraal kerkbestuur Kinrooi gezamenlijk werden ingediend bij Religiopoint op 16 april 2021 samen met een overzicht van de betaalde toelagen en de overschotten en/of tekorten van de jaarrekeningen;
Gelet op de rekening over het dienstjaar 2020 van de kerkfabriek Sint Leonardus Molenbeersel, goedgekeurd door de kerkraad op 25 februari 2021, die de volgende uitslag vertoont:
|
|
Ontvangsten |
Uitgaven |
Saldo |
| Exploitatie |
8.868,95 |
23.669,95 |
-14.801,00
|
| Exploitatietoelage |
|
|
40.433,40 |
| Overschot exploitatie 2019 |
|
|
1.465,42 |
| Totaal exploitatie |
|
|
27.097,82 |
|
|
|
|
|
| Investeringen |
371.586,12 |
35.400,69 |
336.185,43 |
| Investeringstoelage |
|
|
0,00 |
| Overschot investeringen 2019 |
|
250.698,47 |
|
| Totaal investeringen |
|
|
586.883,90 |
|
|
|
|
|
Overwegende dat in 2020 een gemeentelijke exploitatietoelage van €40.433,40 en geen investeringstoelage werd uitgekeerd;
BESLUIT:
Artikel 1. - Voormelde dienstjaarrekening 2020 van de kerkfabriek Sint-Leonardus Molenbeersel wordt gunstig geadviseerd met de aanbeveling om het exploitatie- en investeringsoverschot 2020 in de mate van het mogelijke aan te wenden om de voorziene gemeentelijke exploitatie- en investeringstoelagen in de meerjarenplanning te verminderen.
Artikel 2.- In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22-12-2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22-12-2017;
Gelet op de wet van 29-07-1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het bestuursdecreet van 7-12-2018;
Gelet op de Bijzondere Wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en gemeenschappen, inzonderheid artikel 4 dat bepaalt dat het Vlaams parlement en de Vlaamse regering in het Vlaamse gewest de bevoegdheden van de gewestorganen uitoefent voor de kerkfabrieken en de instellingen die belast zijn met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, met uitzondering van de erkenning van de erediensten en de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 54 dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks de rekening van de kerkfabriek van het voorgaande jaar vaststelt en indient voor 1 maart bij het centraal kerkbestuur en artikel 55 dat bepaalt dat de rekeningen jaarlijks voor 1 mei bij de gemeenteoverheid en tegelijkertijd bij de provinciegouverneur worden ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren. Als er geen centraal kerkbestuur werd opgericht, dient de kerkfabriek de rekening in. De rekeningen zijn onderworpen aan het advies van de gemeenteraad;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemene reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, in toepassing van artikel 53 van het decreet van 7 mei 2004, inzonderheid afdeling IV jaarrekening, artikel 39 t/m 44 en artikel 47, zoals gewijzigd;
Gelet op omzendbrief BB-2007/01 van 12 januari 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Overwegende dat de dienstjaarrekeningen 2019 van de kerkfabrieken door het centraal kerkbestuur Kinrooi gezamenlijk werden ingediend bij religiopoint op 16 april 2021 samen met een overzicht van de betaalde toelagen en de overschotten en/of tekorten van de jaarrekeningen;
Gelet op bijgevoegde rekening over het dienstjaar 2019 van de kerkfabriek Sint-Martinus Kinrooi, goedgekeurd door de kerkraad op 25 februari 2021, die de volgende uitslag vertoont:
| Ontvangsten |
Uitgaven |
Saldo |
|
| Exploitatie |
3.625,08 |
24.212,87 |
-20.587,79 |
| Financiering |
9.773,67 |
-9.773,67 |
|
| Exploitatietoelage |
|
|
49.960,98 |
| Overschot exploitatie 2019 |
|
|
-12.138,34 |
| Totaal exploitatie |
|
|
7.461,18 |
|
|
|
|
|
| Investeringen |
66.970,28 |
158.211,63 |
-91.241,35 |
| Investeringstoelage |
|
|
|
| Overschot investeringen 2019 |
|
|
234.691,00 |
| Totaal investeringen |
|
|
143.449,65 |
|
|
|
Overwegende dat in 2020 een gemeentelijke exploitatietoelage van €49.960,98 (waarvan €27.905,82 achterstal) en geen investeringstoelage werd uitgekeerd;
Gelet op de bijgevoegde stukken;
BESLUIT:
Artikel 1. - Voormelde dienstjaarrekening 2020 van de kerkfabriek Sint-Martinus Kinrooi wordt gunstig geadviseerd met de aanbeveling om het exploitatieoverschot 2020 in de mate van het mogelijke aan te wenden om de voorziene gemeentelijke exploitatietoelagen in de meerjarenplanning te verminderen.
Artikel 2. - In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22-12-2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22-12-2017;
Gelet op de wet van 29-07-1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het bestuursdecreet van 7-12-2018;
Gelet op de Bijzondere Wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en gemeenschappen, inzonderheid artikel 4 dat bepaalt dat het Vlaams parlement en de Vlaamse regering in het Vlaamse gewest de bevoegdheden van de gewestorganen uitoefent voor de kerkfabrieken en de instellingen die belast zijn met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, met uitzondering van de erkenning van de erediensten en de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 54 dat bepaalt dat de kerkraad jaarlijks de rekening van de kerkfabriek van het voorgaande jaar vaststelt en indient voor 1 maart bij het centraal kerkbestuur en artikel 55 dat bepaalt dat de rekeningen jaarlijks voor 1 mei bij de gemeenteoverheid en tegelijkertijd bij de provinciegouverneur worden ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren. Als er geen centraal kerkbestuur werd opgericht, dient de kerkfabriek de rekening in. De rekeningen zijn onderworpen aan het advies van de gemeenteraad;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemene reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, in toepassing van artikel 53 van het decreet van 7 mei 2004, inzonderheid afdeling IV jaarrekening, artikel 39 t/m 44 en artikel 47, zoals gewijzigd;
Gelet op omzendbrief BB-2007/01 van 12 januari 2007 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Overwegende dat de dienstjaarrekeningen 2020 van de kerkfabrieken door het centraal kerkbestuur Kinrooi gezamenlijk werden ingediend bij Religiopoint op 16 april 2021 samen met een overzicht van de betaalde toelagen en de overschotten en/of tekorten van de jaarrekeningen;
Gelet op bijgevoegde rekening over het dienstjaar 2020 van de kerkfabriek Sint-Martinus Kessenich, goedgekeurd door de kerkraad op 02 februari 2021, die de volgende uitslag vertoont:
|
|
Ontvangsten |
Uitgaven |
Saldo |
| Exploitatie |
8.080,49 |
25.823,62 |
-17.743,13 |
| Exploitatietoelage |
|
8.349,00 |
|
| Overschot exploitatie 2019 |
|
|
23.192,14 |
| Totaal exploitatie |
|
|
13.798,01 |
|
|
|
|
|
| Investeringen |
169.583,94 |
170.569,44 |
-985,50 |
| Investeringstoelage |
|
|
0,00 |
| Overschot investeringen 2019 |
|
|
0,00 |
| Totaal investeringen |
0,00 |
0,00 |
-985,50 |
|
|
|
|
|
Overwegende dat in 2020 een gemeentelijke exploitatietoelage van €8.349,00 en geen investeringstoelage werd uitgekeerd.
Gelet op de bijgevoegde stukken;
BESLUIT:
Artikel 1. - Voormelde dienstjaarrekening 2020 van de kerkfabriek Sint-Martinus Kessenich wordt gunstig geadviseerd met de aanbeveling om het exploitatieoverschot 2020 in de mate van het mogelijke aan te wenden om de voorziene gemeentelijke exploitatietoelagen in de meerjarenplanning te verminderen.
Artikel 2. - In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22-12-2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Wim Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad door middel van onderstaand besluit akte van de budgetwijzigingen:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22-12-2017;
Gelet op de wet van 29-07-1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het bestuursdecreet van 7-12-2018;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, in werking getreden op 1 maart 2005, inzonderheid de artikelen 45 tot en met 51 m.b.t. het budget;
Gelet op omzendbrief BB-2008/01 van 22 februari 2008 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering betreffende de toepassing van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten op de erediensten, georganiseerd op gemeentelijk niveau;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008;
Gelet op omzendbrief BB-2008/06 van 18 juli 2008 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Gelet op de ingediende budgetwijzigingen 1/2021 van de 5 kerkfabrieken bij Religiopoint op 22 september 2021, met volgende cijfers:
| Exploitatietoelage | MJP | Origineel | Wijziging | bedrag na budgetwijziging |
| Sint Martinus Kessenich (BW 01/2021) | 20.678,90 | 9.267,86 | 0,00 | 9.267,86 |
| Sint Lambertus Geistingen (BW 01/2021) | 27.595,00 | 23.847,05 | -17.209,85 | 6.637,20 |
| Sint Leonardus Molenbeersel (BW 01/2021) | 28.806,00 | 23.447,18 | 0,00 | 23.447,18 |
| Sint Martinus Kinrooi (BW 01/2021) | 32.988,09 | 32.988,09 | -410,40 | 32.577,69 |
| Sint Servatius Ophoven (BW 01/2021) | 15.066,11 | 15.066,11 | 0,00 | 15.066,11 |
| Inversteringstoelage | MJP | Origineel | Wijziging | Bedrag na budgetwijziging |
| Sint Martinus Kessenich (BW 01/2020) | 0,00 | 32.500,00 | 0,00 | 32.500,00 |
| Sint Lambertus Geistingen (BW 01/2020) | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
| Sint Leonardus Molenbeersel (BW 01/2020) | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
| Sint Martinus Kinrooi (BW 01/2020) | 0,00 | 0,00 |
0.00 | 0,00 |
| Sint Servatius Ophoven (BW 01/2020) | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
| Sint Leonardus Molenbeersel (BW 02/2020) | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Overwegende dat de gemeentelijke exploitatietoelage van 104.616,29 euro wordt verminderd met €17.620,25 en nu €86.996,03 bedraagt. De gemeentelijke investeringstoelage blijft ongewijzigd.
BESLUIT:
Artikel 1.- Akte te nemen van de budgetwijzigingen 2021 van de kerkfabrieken.
Artikel 2.- In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22-12-2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22-12-2017;
Gelet op de wet van 29-07-1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het bestuursdecreet van 7-12-2018;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, in werking getreden op 1 maart 2005, inzonderheid de artikelen 45 tot en met 51 m.b.t. het budget;
Gelet op omzendbrief BB-2008/01 van 22 februari 2008 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering betreffende de toepassing van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten op de erediensten, georganiseerd op gemeentelijk niveau;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van 5 september 2008;
Gelet op omzendbrief BB-2008/06 van 18 juli 2008 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst;
Overwegende dat de budgetten 2022 van de vijf plaatselijke kerkfabrieken door het centraal kerkbestuur Kinrooi gecoördineerd en gelijktijdig digitaal werden ingediend bij Religiopoint op 20 september 2021;
Gelet op het overzicht van de budgetten 2022 van de 5 kerkfabrieken door de kerkraad goedgekeurd met volgende cijfers:
| Exploitatietoelage | Exploitatietoelage ( MJP ) | Exploitatietoelage 2022 | Investeringstoelage (MJP) | Investeringstoelage 2022 |
| Sint Martinus Kessenich | 21.294,39 | 18.528,13 | 66.000,00 | 0,00 |
| Sint Lambertus Geistingen | 27.645,00 | 27.191,53 | 0,00 | 0,00 |
| Sint Leonardus Molenbeersel | 29.527,00 | 12.646,00 | 0,00 | 0,00 |
| Sint Martinus Kinrooi | 32.688,10 | 28.448,23 | 0,00 | 0,00 |
| Sint Servatius Ophoven | 15.223,00 | 9.366,90 | 0,00 | 0,00 |
| Totaal | 126.377,49 | 96.180,79 | 0,00 | 0,00 |
Voor de kerkfabrieken wordt er een gemeentelijke exploitatietoelage voorzien van 96.180,79 euro en geen investeringstoelage in het gemeentelijk meerjarenplan in 2022;
Overwegende dat de gemeentelijke bijdragen binnen de grenzen blijven van de bedragen opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025;
BESLUIT:
Artikel 1.- Het gecoördineerd budget 2022 van de 5 kerkfabrieken goed te keuren.
Artikel 2.- De gemeentelijke exploitatietoelage van € 96.180,79 wordt voorzien in de gemeentelijke meerjarenplanning 2020-2025 in dienstjaar 2022 onder jaarbudgetrekening GBB-FIN/0790-00/6494000. Er wordt geen gemeentelijke investeringstoelage voorzien in de gemeentelijke meerjarenplanning 2020-2025 onder jaarbudgetrekening ACT-3.08/0790-00/6640000/IP-GEEN.
Artikel 3.- In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22-12-2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van Kinrooi, provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 235 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de raad van bestuur;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 286 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op de bepalingen over het beleidsrapport meerjarenplanning in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 meer bepaald artikels 249 tot en met 259;
Overwegende dat het Autonoom Gemeentebedrijf Kinrooi onderworpen is aan de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van ondernemingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
Gelet op het Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 26 juni 2018;
Gelet op de omzendbrief AAB 2020/3 over de strategische meerjarenplanning 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
Overwegende dat de meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 is samengesteld uit volgende onderdelen:
1. de strategische nota;
2. de financiële nota;
3. de toelichting.
Gelet op de financiële evenwichtsvoorwaarden van het meerjarenplan en van de aanpassingen van het meerjarenplan, zijnde:
1. het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is per boekjaar groter dan of gelijk aan nul;
2. de geraamde autofinancieringsmarge van het laatste boekjaar van de periode van het meerjarenplan is groter dan of gelijk aan nul.
Overwegende dat het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Kinrooi voldoet aan de financiële evenwichtsvoorwaarden met volgende cijfers:
Geraamd beschikbaar budgettair resultaat:
2020: € 80.117
2021: € 407
2022: € 7.942
2023: € 230.061
2024: € 9.087
2025: € 234.828
De autofinancieringsmarge bedraagt €275.741 in 2025, het laatste jaar van de meerjarenplanning..
Gelet op de meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 houdende de strategische nota, financiële nota en toelichting die tijdig digitaal ter beschikking werd gesteld van de leden van de raad van bestuur en als bijlage bij dit besluit werd gevoegd;
Gelet op het decreet lokaal bestuur waarin bepaald wordt dat het meerjarenplan van de autonome gemeentebedrijven door de raad van bestuur vastgesteld dient te worden, waarna het ter goedkeuring voorgelegd wordt aan de gemeenteraad;
Gelet op bijgevoegde documenten;
BESLUIT:
Artikel 1.- De meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het AGB Kinrooi wordt goedgekeurd met volgende cijfers als geraamd beschikbaar budgettair resultaat:
2020: € 80.117
2021: € 407
2022: € 7.942
2023: € 230.061
2024: € 9.087
2025: € 234.828
De autofinancieringsmarge bedraagt €275.741 in 2025, het laatste jaar van de meerjarenplanning.
Artikel 2.- In toepassing van artikel 286 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22-12-2017 wordt dit besluit bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Anita Meerten. Zij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285, 286 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op de bepalingen over het beleidsrapport meerjarenplanning in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 meer bepaald artikels 249 tot en met 259;
Gelet op het KB van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
Gelet op het Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 26 juni 2018;
Overwegende dat het meerjarenplan 2020-2025 voor gemeente en OCMW vanaf 01-01-2020 één geïntegreerd geheel vormen;
Gelet op de omzendbrief AAB 2020/3 over de strategische meerjarenplanning 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
Overwegende dat het meerjarenplan 2020-2025 is samengesteld uit volgende onderdelen:
1. de strategische nota;
2. de financiële nota;
3. de toelichting.
Gelet op de financiële evenwichtsvoorwaarden van het meerjarenplan en van de aanpassingen van het meerjarenplan, zijnde:
1. het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is per boekjaar groter dan of gelijk aan nul;
2. de geraamde autofinancieringsmarge van het laatste boekjaar van de periode van het meerjarenplan is groter dan of gelijk aan nul.
Overwegende dat een aanpassing van het oorspronkelijk meerjarenplan nodig is aangezien een aantal financiële gegevens gewijzigd zijn;
Overwegende dat de meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van gemeente en OCMW Kinrooi voldoen aan de financiële evenwichtsvoorwaarden met volgende cijfers:
Geraamd beschikbaar budgettair resultaat:
2020: € 6.570.149
2021: € 2.437.253
2022: € 589
2023: € 166.418
2024: € 444.895
2025: € 233.277
De autofinancieringsmarge bedraagt €38.382 ;
Gelet op volgende exploitatie- en investeringssaldi deel OCMW:
exploitatiesaldi deel OCMW:
2020: €-348.532
2021: €-1.247.193
2022: €-1.279.960
2023: €-1.318.650
2024: €-1.314.723
2025: €-1.310.014
investeringssaldi deel OCMW:
2020: €171.513
2021: €-1.222.130
2022: €0
2023: €0
2024: €0
Gelet op de meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 houdende de strategische nota, financiële nota en toelichting die tijdig digitaal ter beschikking werd gesteld van de gemeenteraadsleden en als bijlage bij dit besluit werd gevoegd;
Gelet op art 249 §3 van het decreet lokaal bestuur waarin bepaald wordt dat de raden het beleidsrapport elk voor hun deel dienen vast te stellen waarna de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goedkeurt;
Gelet op bijgevoegde documenten;
BESLUIT:
Artikel 1.- De meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 – deel OCMW – wordt goedgekeurd met volgende cijfers als geraamd beschikbaar budgettair resultaat:
Geraamd beschikbaar budgettair resultaat:
2020: € 6.570.149
2021: € 2.437.253
2022: € 589
2023: € 166.418
2024: € 444.895
2025: € 233.277
Artikel 2.- In toepassing van artikel 286 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22-12-2017 wordt dit besluit bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Rutten. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting aan de hand van een PowerPointPresentatie.
Schepen Hoedemaekers merkt aanvullend op dat voor de financiering van de de voorziene investering in trage wegen zal ingetekend worden in een subsidieoproep van Leader. Hij merkt op dat de gemeentelijke inbreng daardoor mogelijk zal verlagen.
Raadslid Dirkx merkt op dat het hem opvalt dat de meerjarenplanning steeds magerder wordt naarmate de jaren vorderen. Hij is van mening dat er nog weinig room op de soep zit en dat de gemeentelijke financiën er minder rooskleurig voorstaan dan het college doet voorkomen.
Schepen Rutten deelt mee dat er in de budgetten zeker geen rekening gehouden wordt met ontvangsten die niet helemaal vaststaan, maar die er naar alle waarschijnlijkheid wel zullen komen. Hij zegt dat de samendrukbare uitgaven met 5 procent verminderd werden. Hij verduidelijkt dat dit gebeurt om de diensten te triggeren om zeer kritisch naar het uitgavenpatroon en de mogelijke financieringsvormen te kijken.
Raadslid Dirkx stelt dat indien de transacties van verkopen uit de voorliggende budgetvoorstellen gehaald worden er slechts weinig financiële ruimte is. Hij constateert dat daar tegenover staat dat de gemeente in patrimonium verarmt. Hij merkt op dat de mogelijkheden in de toekomst zeer beperkt zullen zijn.
Raadslid Niels Van Eyghen merkt op dat hij uit de budgetten kan afleiden dat het de bedoeling is om in de toekomst de servers te hosten. Hij merkt wel op dat hij hiervoor alleen het volgende jaar de nodige middelen kan terugvinden.
Na deze toelichting en bespreking neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 286 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op de bepalingen over het beleidsrapport meerjarenplanning in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 meer bepaald artikels 249 tot en met 259;
Gelet op het KB van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;
Gelet op het Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 26 juni 2018;
Overwegende dat het meerjarenplan 2020-2025 voor gemeente en OCMW vanaf 01-01-2020 één geïntegreerd geheel vormen;
Gelet op de omzendbrief AAB 2020/3 over de strategische meerjarenplanning 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus;
Overwegende dat het meerjarenplan 2020-2025 is samengesteld uit volgende onderdelen:
1. de strategische nota;
2. de financiële nota;
3. de toelichting.
Gelet op de financiële evenwichtsvoorwaarden van het meerjarenplan en van de aanpassingen van het meerjarenplan, zijnde:
1. het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is per boekjaar groter dan of gelijk aan nul;
2. de geraamde autofinancieringsmarge van het laatste boekjaar van de periode van het meerjarenplan is groter dan of gelijk aan nul.
Overwegende dat een aanpassing van het oorspronkelijk meerjarenplan nodig is aangezien een aantal financiële gegevens gewijzigd zijn;
Overwegende dat de meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van gemeente en OCMW Kinrooi voldoen aan de financiële evenwichtsvoorwaarden met volgende cijfers:
Geraamd beschikbaar budgettair resultaat:
2020: € 6.570.149
2021: € 2.437.253
2022: € 589
2023: € 166.418
2024: € 444.895
2025: € 233.277
De autofinancieringsmarge bedraagt €38.382 in 2025;
Gelet op de meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 houdende de strategische nota, financiële nota en toelichting die tijdig digitaal ter beschikking werd gesteld van de gemeenteraadsleden en als bijlage bij dit besluit werd gevoegd;
Gelet op art 249 §3 van het decreet lokaal bestuur waarin bepaald wordt dat de raden het beleidsrapport elk voor hun deel dienen vast te stellen waarna de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goedkeurt;
Gelet op bijgevoegde documenten;
BESLUIT:
Artikel 1.- De meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 – deel gemeente – wordt vastgesteld met volgende cijfers als geraamd beschikbaar budgettair resultaat:
Geraamd beschikbaar budgettair resultaat:
2020: € 6.570.149
2021: € 2.437.253
2022: € 589
2023: € 166.418
2024: € 444.895
2025: € 233.277
Artikel 2.- In toepassing van artikel 286 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22-12-2017 wordt dit besluit bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur
De voorzitter verleent het woord aan burgemeester Jo Brouns. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting. Hij merkt op dat het de bedoeling is om een totaal aanbod in de kern van Kinrooi te realiseren. Voor de realisatie van dit project zal de gemeente onder andere samenwerken met de kerkfabriek en dit met het oog op mogelijke bestemmingen van de kerk en de pastorij en de realisatie van de doorwaadbaarheid van het gebied. Het uitgangspunt van het hele project is het wonen in het centrum van Kinrooi. De burgemeester benadrukt dat het evenwel niet de bedoeling is om het geheel vol te bouwen en dat het belang van de doorwaadbaarheid van het gebied niet kan overschat worden. Daarom wordt de ruimte achter de pastorij en de parking aan de school mee in het project opgenomen. Ook de privaatwoning langs Kinsport en Kinsport zelf krijgen de hand gereikt om deel te nemen. Tenslotte benadrukt hij dat ook de ruimte van het schooltje en de open ruimte van ‘het weitje Bierens’ mee in het project genomen worden, maar dit zonder dat het gemeentebestuur de eigendom ervan verwerft of dat deze grond verkocht kan worden.
Wat de te volgen procedure betreft, merkt de burgemeester op dat in deze bespreking de selectieleidraad - op basis waarvan een selectie van kandidaten zal doorgevoerd worden - voorligt. De weerhouden kandidaten kunnen daarna een offerte indienen. Het is de bedoeling om uit de ingediende projecten een keuze te maken aan de hand van de gunningscriteria, opgenomen in de gunningsleidraad.
Hij merkt op dat in de budgetten kredieten vrijgemaakt werden om indieners van een project te vergoeden voor het indienen van het ontwerp. Zo wordt iedere ontwerper (deels) vergoed voor de inspanningen voor het indienen van het ontwerp en hoopt het bestuur ontwerpers niet af te schrikken om een mooi uitgewerkt ontwerp af te leveren.
De burgemeester verklaart dat participatie heel belangrijk is om dit project tot een geslaagd project te maken. Hij zegt dat het project al besproken werd op de Gecoro. Dit orgaan leverde een gunstig advies waarin het aandacht vraagt voor het opgemaakte kerkenbeleidsplan en zegt heel veel belang te hechten aan een goede mix in het gebied en een complementariteit met het Dorpsplein. Hij merkt op dat er - vooraleer het definitieve ontwerp goedgekeurd wordt - zeker nog een infomarkt georganiseerd zal worden.
Raadslid Niels Van Eyghen deelt mee dat de NV-A het project toejuicht. Hij stelt zich echter vragen bij de financiering. Hij vindt het eigenaardig dat deelnemers een project en een verplichte variant met een erfpacht moeten indienen. Hij vraagt zich af hoe het gemeentebestuur gaat oordelen en hoe de gemeente gaat waarderen?
De burgemeester antwoordt dat dit een bewuste keuze is. De keuze voor de variant is financieel interessanter.
Meester Knaepen vult aan dat het bestuur op basis van de concrete cijfers de meest voordelige keuze kan maken. De gelijkwaardigheid in het criterium moet speculatie voorkomen.
Raadslid Marcel Dirkx merkt op dat het dossier utopia is. Hij meent dat het een relatief dure grondprijs is. Hij vindt dat de volledige ruimte kwaliteitsvol moet zijn, terwijl alle kosten voor de projectontwikkelaar zijn. Particulieren zijn geen Sinterklaas en hij meent dan ook dat de ontwikkelaars alle kosten zullen gaan verhalen op de mensen die in het gebied een eigendom gaan verwerven. Hij meent dat het geformuleerde niet op een betaalbare wijze gerealiseerd kan worden. Hij stelt vast dat er geen inbreng van het gemeentebestuur te bespeuren is. Hij is van mening dat het gemeentebestuur - als het deze kwaliteit in het openbaar domein wil realiseren - ook moet participeren. Hij vindt het te kort door de bocht gaan dat de toekomstige eigenaren dit moeten betalen. Hij merkt op dat het een niet-realistisch project is. Daarnaast is hij van mening dat dit project op tweeverdieners mikt en dat er geen rekening gehouden is met de auto’s van deze tweeverdieners. Hij meent dat het niet aangewezen is om op een autoluwe omgeving te mikken. Er moet gemikt worden op een verkeersefficiënte afwikkeling. Hij suggereert dat er gekeken moet worden naar een goede aansluiting op bestaande wegen. Hij denkt dat er goed nagedacht moet worden hoe we de mobiliteit inpassen.
De burgemeester antwoordt dat ontwikkelaars vandaag de dag ook lasten opgelegd krijgen om te mogen ontwikkelen. Kinrooi heeft dit tot de dag van vandaag nog nooit gedaan. De inkomsten uit de verkoop van de gronden is voor Kinrooi wel belangrijk, maar de kwaliteit van de open ruimte is ook belangrijk. Hij zegt dat het hele project in de filosofie van de bouwmeester in de markt gezet wordt en dat hij de filosofie van de bouwmeester geen utopia zou willen noemen. Bovendien verlaart hij dat het wel degelijk de ambitie is om mee te geven dat de eigenaren onder de grond moeten parkeren.
Meester Knaepen merkt op dat er geen vreemde dingen gevraagd worden en dat de gehanteerde manier van werken een zeer gebruikelijke manier van doen is.
Na deze toelichting en bespreking neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en de verdere wijzigingen;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;
Overwegende dat het gemeentebestuur van Kinrooi op de projectsite gelegen in het centrum van Kinrooi private woonentiteiten wenst te realiseren, eventueel aangevuld met andere private functies en publieke (buiten)infrastructuur alsook private omgevingsaanleg bij de wooneenheden;
Overwegende dat deze woonentiteiten integraal zullen worden gerealiseerd op projectgronden die heden eigendom zijn hetzij van de gemeente Kinrooi, hetzij van de kerkfabriek, hetzij van private eigenaars die er allen principieel mee instemmen om te komen tot één geïntegreerde projectontwikkeling binnen de projectzone op deze wijze. Dat er daarenboven ook voorstellen kunnen gedaan worden om te komen tot een herbestemming van de kerk die eveneens eigendom is van de kerkfabriek. Dat dit laatste evenwel geen verplichting is.
Gelet op de eigendomssituatie van de projectsite, aangegeven op plan in bijlage bij het dossier, waarbij de gemeente eigenaar is van de donkerblauwe zone en de paarse zone, de kerkfabriek van de groene en okergele zone en twee private eigenaars van de lichtblauwe zone (zie plan dat ingevoegd is in de selectie- en de gunningsleidraad)
Gelet op de vergadering van Gecoro dd 26 oktober 2021 waarvan verslag in bijlage bij het dossier;
Overwegende de opdracht een Publiek Private Samenwerking betreft, waarbij de gemeente de projectgrond inbrengt en de projectontwikkelaar zorgt voor het ontwerp, de bouw, de financiering en de verkoop van de wooneenheden;
Overwegende dat er teneinde dit project te realiseren een overheidsopdracht van werken uitgevoerd dient te worden, zijnde ‘de commerciële ontwikkeling (op privaat risico van een projectontwikkelaar) en realisatie (ontwerp en bouw) van een aantal private wooneenheden aangevuld met private functies en publieke functies’;
Overwegende dat deze opdracht gekwalificeerd wordt als een gemengde overheidsopdracht voor werken waarin eveneens belangrijke diensten vervat zijn (ontwerp, projectmanagement, eventueel préfinanciering..);
De overheidsopdracht zal gegund worden volgens de mededingingsprocedure met onderhandeling op grond van artikel 38, §1, 1°, b) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit en/of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden;
Overwegende dat de mededingingsprocedure met onderhandeling impliceert dat in een selectiefase op basis van aanvragen tot deelneming wordt beslist welke kandidaten worden uitgenodigd om in de gunningsfase een offerte in te dienen en aan de onderhandelingen deel te nemen;
Overwegende dat er voor de uitvoering van de opdracht zowel een basisvoorstel als een verplichte variante dient voorgesteld te worden in de offerte:
• Basisvoorstel: de projectontwikkelaar koopt de gronden rechtstreeks aan van de gemeente om ze nadien samen met de opstallen aan te bieden op de private woningmarkt;
• Verplichte variante : de gemeentelijke gronden worden niet door de projectontwikkelaar rechtstreeks aangekocht maar worden door de individuele kopers van de woongelegenheden betaald aan de gemeente; de projectontwikkelaar verkrijgt in het kader van deze werkwijze tijdens de bouwfase een tijdelijk recht van opstal
Overwegende dat de gemeente op basis van deze voorstellen beoordeelt en autonoom beslist of het basisvoorstel dan wel de verplichte variante het meest opportuun is voor de gemeente
Gelet op de selectieleidraad in bijlage bij het dossier teneinde de mogelijke kandidaten te selecteren uit de geïnteresseerde kandidaten aan de hand van de selectiecriteria;
Overwegende dat de selectieleidraad eveneens beoogt de kandidaten de algemene informatie over de opdracht en het verder verloop van de plaatsingsprocedure te geven zodat zij in staat zijn voldoende inzicht in de opdracht te verkrijgen teneinde een aanvraag tot deelneming in te dienen;
Overwegende dat de selectievoorwaarden bestrekking hebben op de financieel-economische draagkracht en de technische bekwaamheid van de kandidaten
Overwegende dat 19 januari 2022 om 11.00 uur wordt voorgesteld als limietdatum voor het indienen van de kandidaatstelling;
Gelet op de gunningsleidraad in bijlage bij het dossier die ter beschikking wordt gesteld aan alle geselecteerde kandidaten waarbij volgende gunningscriteria van toepassing zijn:
- De kwaliteit van een globale visie van het stedenbouwkundig concept;
- De architecturale projectwaarde en de woonkwaliteit van de private projectontwikkeling;
- De kwaliteit van de ontwikkelingsvisie ten aanzien van het te realiseren project;
- de omvang van de gegarandeerde grondvergoeding voor de te ontwikkelen projectgronden.
Overwegende dat in de tweede fase van de plaatsingsprocedure de geselecteerde kandidaten zullen worden verzocht een offerte in te dienen aan de hand van de gunningsleidraad, waarna er vervolgens tot onderhandelingen zal worden overgegaan;
Overwegende dat de overheidsopdracht na de onderhandelingen en het indienen van de finale offertes (BAFO) zal worden gegund aan de hand van de gunningscrieria van de gunningsleidraad;
Gelet op de documenten in bijlage gevoegd;
BESLUIT:
Artikel 1.- Goedkeuring van de (gemengde) overheidsopdracht voor aanneming van werken onder de vorm van een publiek private samenwerking, zijnde ‘de commerciële ontwikkeling (op privaat risico van een projectontwikkelaar) en realisatie (ontwerp en bouw) van een aantal private wooneenheden aangevuld met private functies en publieke functies’.
Artikel 2.- Goedkeuring van de plaatsingsprocedure, zijnde de mededingingsprocedure met onderhandeling, met bijhorende selectieleidraad teneinde mogelijke kandidaten te selecteren en gunningsleidraad om te komen tot de uiteindelijke gunning van de opdracht.
Artikel 3.- De kandidaatstellingen dienen het bestuur te bereiken uiterlijk 19 januari 2022 om 11u.
Artikel 4.- In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan burgemeester Jo Brouns. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting. Hij merkt op dat dit een heel belangrijk dossier is. Hij wil de ambassadeurs van Kessenich die mee het traject gelopen hebben uitdrukkelijk bedanken.
Daarna staat hij stil bij de concrete elementen van het dossier. In het dossier werd er veel aandacht besteed aan ontharding van het gebied. Hij besluit dat deze aanpak geleid heeft tot een bijdrage vanuit de Blue Deal.
Na deze toelichting neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 juli 2011 betreffende de gunning van de ontwerpopdracht voor de opdracht “Restauratiewerken Motte en kapel, inrichting en ontsluitingswerken van de Motte” aan Team van Meer, St. Truidersteenweg 38 te 3500 Hasselt;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 8 juni 2020 ivm de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Landmaatschappij ( VLM) en de gemeente Kinrooi inzake de uitvoering van het landinrichtingsproject ‘Kessenich in zich(t)’ en de restauratie van de Motte van Kessenich;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 8 juni 2020 ivm de goedkeuring van de bijakte aan de ereloonovereenkomst tussen de gemeente en Team van Meer inzake de renovatie en ontwikkeling van de Motte en omgeving voor de bijkomende opmaak van het ontwerp van het landinrichtingsproject ‘Kessenich in zich(t)’;
Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bestek met nr. 2021005 werd opgesteld door de ontwerper, Team van Meer, St. Truidersteenweg 38 te 3500 Hasselt;
Overwegende dat deze opdracht is opgedeeld in volgende deelopdrachten:
* Deelopdracht 1 - vast gedeelte – “Restauratie van de Motte” - raming: € 473.666,16 excl. btw of € 573.136,05 incl. 21% btw;
* Deelopdracht 2 – vast gedeelte – “Toegang en inrichting Motte” - raming: € 79.719,62 excl. btw of € 96.460.74 incl. 21% btw;
* Deelopdracht 3 voorwaardelijk gedeelte – “Staalconstructie Donjon” - raming: € 56.003,74 excl. btw of € 67.764,53 incl. 21% btw;
Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 609.389,52 excl. btw + € 127.971,80 btw = € 737.361,32 incl. 21% btw;
Overwegende dat het eigen gemeentelijk aandeel in dit dossier: €355.379,86 incl btw en algemene kosten bedraagt:
• €43.849,29 incl. btw voor de optimalisatie historische context en toegankelijkheid Motte;
• (voorlopig) €311.530,57 incl. btw voor de consolidatie en stabilisatie Motte;
Overwegende dat voor de financiering van het gemeentelijk aandeel in beide dossiers van de Motte (dossier gemeente Kinrooi en dossier VLM) het bedrag van 460.000 EURO voorzien werd in het budget van 2022 op budgetcode 0610-00/2200000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (ACT-3.12).
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure;
Overwegende dat het ontbrekende krediet na aanbesteding (voorlopig geraamd op €62.000) wordt bij voorzien bij de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing;
BESLUIT:
Artikel 1.- Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2021005 en de raming voor de opdracht “Restauratiewerken Motte en kapel, inrichting en ontsluitingswerken van de Motte”, opgesteld door de ontwerper, Team van Meer, St. Truidersteenweg 38 te 3500 Hasselt. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De totale raming bedraagt € 609.389,52 excl. btw + € 127.971,80 btw =
€ 737.361,32 incl. 21% btw.
Artikel 2.- Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Artikel 3.- De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Artikel 4.- De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2022, op budgetcode 0610-00/2200000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (ACT-3.12). Het ontbrekende krediet na aanbesteding wordt bij voorzien bij de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing
Artikel 5.- Wegens de beperking van de financiële middelen is het opdrachtgevend bestuur vrij om, na aanbesteding en vóór de toewijzing, de opdracht te verminderen door het weglaten van het voorwaardelijk deel 3 = staalconstructie op de burchttoren. De inschrijver kan geen schadevergoeding vragen voor de in mindering gebrachte opdracht.
Artikel 6.- In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan burgemeester Jo Brouns. Hij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Overwegende dat de ontwerpopdracht voor de opdracht “LIP Kesse'nich in zich(t) - inrichting omgeving Motte” werd gegund aan Team van Meer, St. Truidersteenweg 38 te 3500 Hasselt;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 8 juni 2020 ivm de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Landmaatschappij ( VLM) en de gemeente Kinrooi inzake de uitvoering van het landinrichtingsproject ‘Kessenich in zich(t)’ en de restauratie van de Motte van Kessenich;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 8 juni 2020 ivm de goedkeuring van de bijakte aan de ereloonovereenkomst tussen de gemeente en Team van Meer inzake de renovatie en ontwikkeling van de Motte en omgeving voor de bijkomende opmaak van het ontwerp van het landinrichtingsproject ‘Kessenich in zich(t)’;
Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bestek met nr. 20211013 werd opgesteld door de ontwerper, Team van Meer, St. Truidersteenweg 38 te 3500 Hasselt;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 557.447,65 excl. btw of € 674.511,66 incl. 21% btw;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure;
Overwegende dat het gemeentelijk aandeel in dit dossier €166.665,04 incl. btw. en incl algemene kosten bedraagt;
Overwegende dat voor de financiering van het gemeentelijk aandeel in beide dossiers van de Motte (dossier gemeente Kinrooi en dossier VLM) het bedrag van 460.000 EURO voorzien werd in het budget van 2022 op budgetcode 0610-00/2200000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (ACT-3.12).
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2022, op budgetcode 0610-00/2200000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (ACT-3.12);
Overwegende dat het ontbrekende krediet na aanbesteding (voorlopig geraamd op €62.000)wordt bij voorzien bij de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing;
BESLUIT:
Artikel 1.- Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 20211013 en de raming voor de opdracht “LIP Kesse'nich in zich(t) - inrichting omgeving Motte”, opgesteld door de ontwerper, Team van Meer, St. Truidersteenweg 38 te 3500 Hasselt. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 557.447,65 excl. btw of €674.511,66 incl. 21% btw;
Artikel 2.- Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Artikel 3.- De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Artikel 4.- De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2022 op budgetcode 0610-00/2200000/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (ACT-3.12) Het ontbrekende krediet na aanbesteding wordt bij voorzien bij de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing
Artikel 5.- In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter geeft het woord aan schepen Wim Rutten. Hij verleent de inhoudelijke toelichting.
Hij merkt op dat het een prijsvraag per jaar is en dat er stilzwijgend kan verlengd worden voor 3 jaar. Dit enkel als er naar voldoening kan gewerkt worden. Hij merkt ook op dat er voorzien is dat de opdrachtverkrijger bij regendagen geen prestaties zal verrichten en dus ook geen onkosten kan claimen.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36 en artikel 57;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “GROENBEHEER UITGEVOERD DOOR SOCIALE TEWERKSTELLING - MEERJARENOPDRACHT 2022 TEM 2025” een bestek met nr. 20211014 werd opgesteld door de TD - dienst ruimte;
Overwegende dat deze opdracht als volgt is opgedeeld:
* Basisopdracht (GROENBEHEER UITGEVOERD DOOR SOCIALE TEWERKSTELLING - MEERJARENOPDRACHT 2022 TEM 2025), raming: € 154.875,00 excl. btw of € 187.398,75 incl. 21% btw;
* Verlenging 1 (GROENBEHEER UITGEVOERD DOOR SOCIALE TEWERKSTELLING - MEERJARENOPDRACHT 2022 TEM 2025), raming: € 154.875,00 excl. btw of € 187.398,75 incl. 21% btw;
* Verlenging 2 (GROENBEHEER UITGEVOERD DOOR SOCIALE TEWERKSTELLING - MEERJARENOPDRACHT 2022 TEM 2025), raming: € 154.875,00 excl. btw of € 187.398,75 incl. 21% btw;
* Verlenging 3 (GROENBEHEER UITGEVOERD DOOR SOCIALE TEWERKSTELLING - MEERJARENOPDRACHT 2022 TEM 2025), raming: € 154.875,00 excl. btw of € 187.398,75 incl. 21% btw;
Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 619.500,00 excl. btw of € 749.595,00 incl. 21% btw;
Overwegende dat de opdracht zal worden afgesloten voor de maximum duur van 4 kalenderjaren ;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure;
Overwegende dat deze raming de limieten van de Europese bekendmaking overschrijdt;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2022, op budgetcode GBB-TD/0680-00/613999 van de gewone dienst en in het budget van de volgende jaren;
BESLUIT:
Artikel 1.- Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 20211014 en de raming voor de opdracht “GROENBEHEER UITGEVOERD DOOR SOCIALE TEWERKSTELLING - MEERJARENOPDRACHT 2022 TEM 2025”, opgesteld door de TD - dienst ruimte. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De totalen raming voor 4 jaren bedraagt € 619.500,00 excl. btw of € 749.595,00 incl. 21% btw.
Artikel 2.- Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Artikel 3.- De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal en Europees niveau.
Artikel 4.- De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2022, op budgetcode GBB-TD/0680-00/613999 van de gewone dienst en in het budget van de volgende jaren.
Artikel 5.- In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter verleent het woord aan schepen Anita Meerten. Zij verzorgt de inhoudelijke toelichting.
Hierna neemt de raad de volgende beslissing:
De Gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op het decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018 en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 7 §7;
Gelet op de samenwerking binnen de samenwerking binnen het project “ 1 gezin – 1 plan” en bij uitbreiding van het samenwerkingsverband Plantrekkers, Regio Oost.
Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente en het OCMW;
Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285, 286 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het feit dat met deze samenwerking een snelle en efficiëntere toeleiding tot de jeugdhulp gerealiseerd kan worden.
Gelet op het feit dat diverse partners en organisaties hun krachten kunnen bundelen.
Overwegende dat het lokaal bestuur van Kinrooi een samenwerkingsovereenkomst met het Samenwerkingsverband “De Plan-Trekkers” wil afsluiten vanaf 01/01/2022.
BESLUIT:
Artikel 1.- De Gemeenteraad beslist om een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met het samenwerkingsverband De Plantrekkers, regio Oost vanaf 01/01/2022.
Artikel 2.- De burgemeester en/of de algemeen directeur, of hun wettelijke vervangers, worden gemachtigd deze samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen.
Artikel 3.- Deze beslissing wordt overeenkomstig de vigerende wetgeving bekend gemaakt.
Artikel 4.- Een afschrift van deze samenwerkingsovereenkomst wordt ter opvolging en uitvoering overgemaakt aan Erwin Vanham, clusterhoofd Sociale Zaken.
Artikel 5.- In toepassing van artikel 285 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de web-toepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Voor de sluiting der zitting werden geen wijzigingen bevolen aan dit verslag, waardoor het van ambtswege is goedgekeurd conform de voorgelegde tekst.
Namens Gemeenteraad,
Marijke Clerx
Algemeen Directeur
Jacky Daemen
Voorzitter