Terug
Gepubliceerd op 19/12/2024

Besluit  Gemeenteraad

ma 16/12/2024 - 20:00

Goedkeuring directe belasting op de kampeerterreinen en kampeerverblijfplaatsen - dienstjaren 2025-2030

Aanwezig: Jo Brouns, Voorzitter
Peter Nies, Burgemeester wnd.
Mark Hoedemakers, Wim Swennen, Sylvie Henckens, Yannicka Eerdekens, Schepenen
Anita Meerten, Jeannine Veugelaers, Rob Dirkx, Günther Bongers, Wouter Simons, Esther Brands, Boyd Wilms, Inge Vandebosch, Jolien Rutten, Robert Smeets, Yentl Raemen, Carla Lambrichts, Erwin Theybers, Erwin Reeskens, Lesly Meerten, Nicole Vitali, Gemeenteraadsleden
Wendy Van der Kerken, Algemeen Directeur wnd.
Verontschuldigd: Eef Smeets, gemeenteraadslid

De gemeenteraad van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:

Gelet op de Grondwet, meer bepaald artikel 170§4;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;

Gelet op de beschikkingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Gelet op deel 2, titel V, hoofdstuk I, afdeling II en titel VII, hoofdstuk II van het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 285, 286 en 330 betreffende de bekendmaking en het algemeen bestuurlijk toezicht;

Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;

Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit;

Gelet op het decreet van 5 februari 2016 houdende de toeristische logies en latere wijzigingen;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen tot dekking van de uitgaven van het gemeentelijke beleid; dat het noodzakelijk is het evenwicht te behouden in de gemeentelijke ontvangsten en uitgaven;

Overwegende dat de kampeerterreinen en kampeerverblijfplaatsen binnen het grondgebied van onze gemeente, groepen toeristen en buitenlanders aantrekken gedurende het toeristische seizoen zodat de gemeente er belang bij heeft een belasting op deze kampeerterreinen en kampeerverblijfplaatsen in te voeren wegens een steeds zwaardere taak toezicht die deze vorm van recreatie en toerisme vergt;

Overwegende dat de vordering door de uitbater van het kampeerterrein of de kampeerverblijfplaats zonder bezwaar kan doorverrekend worden aan de toeristen die een kampeerplaats afhuren;

Publieke stemming
Aanwezig: Jo Brouns, Peter Nies, Mark Hoedemakers, Wim Swennen, Sylvie Henckens, Yannicka Eerdekens, Anita Meerten, Jeannine Veugelaers, Rob Dirkx, Günther Bongers, Wouter Simons, Esther Brands, Boyd Wilms, Inge Vandebosch, Jolien Rutten, Robert Smeets, Yentl Raemen, Carla Lambrichts, Erwin Theybers, Erwin Reeskens, Lesly Meerten, Nicole Vitali, Wendy Van der Kerken
Voorstanders: Jo Brouns, Peter Nies, Mark Hoedemakers, Wim Swennen, Sylvie Henckens, Yannicka Eerdekens, Anita Meerten, Jeannine Veugelaers, Rob Dirkx, Günther Bongers, Wouter Simons, Esther Brands, Boyd Wilms, Inge Vandebosch, Jolien Rutten, Robert Smeets, Yentl Raemen, Carla Lambrichts, Erwin Theybers, Erwin Reeskens, Lesly Meerten, Nicole Vitali
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

BESLUIT:

Artikel 1.- Vanaf het aanslagjaar 2025 en voor een termijn van 6 jaren die eindigt op 31 december 2030 wordt een directe gemeentebelasting geheven op de kampeerterreinen en kampeerverblijfparken.

Artikel 2.- Voor toepassing van deze verordening wordt onder kamperen verstaan:
 het als woongelegenheid gebruiken door andere personen dan kermisexploitanten of nomaden die als dusdanig handelen, van een van de volgende verblijven: tent, caravan, woonaanhangwagen, camper of een ander soortgelijk verblijf.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder kampeerterrein verstaan:
 het terrein waarop gewoonlijk of bij gelegenheid wordt gekampeerd door meer dan tien personen tegelijk, of waarop meer dan drie verblijven staan als bedoeld in alinea 1.
 Indien de houder van een kampeervergunning binnen de grenzen van een kampeerterrein chalets, bungalows, huisjes, paviljoenen of andere soortgelijke verblijven die niet onderworpen zijn om als vaste woning te dienen, optrekt, blijft dit een kampeerterrein.
Onder kampeerverblijfpark wordt verstaan:
 elk geheel van meer dan twee percelen begrepen in een verkaveling bestemd voor het beoefenen van het kamperen door middel van verblijven bedoeld in alinea 1 van dit artikel.
De terreinen waarop slechts gedurende maximaal zestig dagen per jaar gekampeerd wordt door georganiseerde groepen kampeerders die onder toezicht staan van een of meerdere monitoren en alleen tenten als kampeerverblijf gebruiken, vallen niet onder toepassing van het huidig reglement.

Artikel 3.- De belasting bedraagt 50,00 EUR per plaats op een kampeerterrein en 50,00 EUR per perceel in een kampeerverblijfpark.

Artikel 4.- De belasting is verschuldigd:

  • voor kampeerterreinen: door de exploitanten;
  • voor kampeerverblijfplaatsen: door de eigenaars van de percelen, met dien verstande dat de belasting voor de nog niet verkochte percelen ten laste komt van de houder van de kampeervergunning.

De belastingplichtigen zijn verplicht de belastbare elementen op te geven in overeenstemming met een aangifteformulier hen toegezonden door het gemeentebestuur. Dit formulier dient behoorlijk ingevuld en ondertekend teruggezonden binnen een termijn van 14 dagen na ontvangst van het aangifteformulier.
Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben of belastingplichtig worden na de inzameling van de aangifteformulieren zijn niettemin verplicht vóór 1 juli van het dienstjaar spontaan de nodige gegevens aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen.

Artikel 5.- Voor de toepassing van de bepalingen hierboven wordt de toestand op 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking genomen.

Artikel 6.- De belastingplichtige doet uiterlijk op 1 juli van het aanslagjaar, aangifte bij de gemeente van het aantal plaatsen op het kampeerterrein of het aantal percelen op het kampeerverblijfpark dat zij exploiteert op het grondgebied van de gemeente.
Het aangifteformulier is ter beschikking gesteld op de gemeentelijke website. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, zondag of een feestdag, dan wordt de vervaldag naar de eerstvolgende werkdag verplaatst.

De aangifte wordt ingediend op volgend adres:
Gemeente Kinrooi, t.a.v. financiële dienst, Breeërsteenweg 146 te 3640 Kinrooi

EN/OF via het mailadres: financien@kinrooi.be

De aangifte dient over de volgende gegevens te beschikken:

  • naam, adres en rijksregisternummer of ondernemings- of vestigingsnummer, telefoonnummer en e-mailadres van de belastingplichtige;
  • aantal plaatsen per kampeerterrein en/of percelen in een kampeerverblijfpark van de belastingplichtige op het grondgebied van Kinrooi

Artikel 7.-
§ 1. Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.
In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover het college van burgemeester en schepenen beschikt.
§ 2. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
§ 3. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
§ 4. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
§ 5. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100 %. Deze verhoging wordt ook ingekohierd.
§ 6. De overtredingen worden vastgesteld door personeelsleden van de gemeente, daartoe aangewezen door het college van burgemeester en schepenen. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

Artikel 8.- De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel beheerder die belast is met de invordering en die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten.
Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld op het kohier ook de verzendingsdatum van het aanslagbiljet, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van het reglement krachtens welke de belasting is verschuldigd.

Artikel 9.- De kohierbelasting moet betaald zijn binnen twee de maanden na verzending van het aanslagbiljet op de aangeduide rekening. Eens de betalingstermijn verstreken is, worden de invordering en vervolging gedaan door de financieel beheerder van de gemeente en worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsinteresten betreffende de rijksbelastingen op de inkomsten.

Artikel 10.- De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, die handelt als administratieve overheid.
Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.
De indiening moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het bezwaarschrift mag eveneens via een duurzame drager ingediend worden binnen dezelfde termijnen en onder dezelfde voorwaarden.
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan in zijn/haar bezwaarschrift vragen om gehoord te worden;
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd.

Artikel 11.- In toepassing van artikel 285 en 286 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt dit besluit en de inhoud ervan bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.