De voorzitter opent de zitting op 07/04/2025 om 20:20.
Er werden geen wijzigingen bevolen aan het vorige verslag van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 10-03-2025 openbaar gedeelte, waardoor het van ambtswege is goedgekeurd conform de voorgelegde tekst.
De raad voor maatschappelijk welzijn van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente Kinrooi, provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op de wet overheidsopdrachten van 17 juni 2016;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 78 eerste lid en artikel 84 betreffende de bevoegdheden van het vast bureau inzonderheid artikel:
- 84 § 3, 1° betreffende de daden van beheer van de ocmw-inrichtingen en -eigendommen binnen de door de raad voor maatschappelijk welzijn vastgestelde algemene regels;
- 84 § 3, 5° betreffende de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip “dagelijkse bestuur”;
Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn de inhoud van het begrip dagelijks bestuur moet invullen; dat een goed overwogen definiëring, op maat van de eigen organisatie, de bevoegdheidsregeling binnen het bestuur duidelijk aflijnt en invloed heeft op meerdere belangrijke elementen van de administratieve organisatie;
Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn een belangrijk deel van de dagelijkse werking kan toevertrouwen aan het vast bureau om te zorgen voor een goede, vlotte werking van de diensten;
Overwegende dat het voor de flexibele werking van de organisatie aangewezen is dat de raad voor maatschappelijk welzijn de voorwaarden en het grensbedrag bepaalt van overheidsopdrachten die kunnen uitgevoerd worden met een goedgekeurde bestelbon en aangenomen factuur zowel voor investerings- als exploitatieuitgaven;
Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn over de hierna vermelde aangelegenheden van dagelijks bestuur een beslissing moet nemen:
- het vaststellen van de algemene regels van daden van beheer betreffende gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, cfr. artikel 84 § 3,1° van het Decreet Lokaal Bestuur;
- het bepalen van de grenzen voor de bevoegdheid voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en voorwaarden van overheidsopdrachten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur, cfr. artikel 84 § 3, 5° van het Decreet Lokaal Bestuur;
- het bepalen van de grens en de voorwaarden om overheidsopdrachten van beperkte waarde te kunnen uitvoeren met een goedgekeurde bestelbon en aangenomen factuur voor investerings- en exploitatieuitgaven;
BESLUIT:
Artikel 1.- Overeenkomstig artikel 78 en 84 van het Decreet Lokaal Bestuur, worden beschouwd als opdrachten van dagelijks bestuur:
- Alle verrichtingen van het exploitatiebudget die het ocmw-bestuur niet jaaroverschrijdend binden;
- Investeringen die volgens de wetgeving overheidsopdrachten volgens de procedure van aanvaarde factuur kunnen gebeuren volgens artikel 92 van de wet overheidsopdrachten van 17 juni 2016 voor werken, leveringen en diensten voor zover ze binnen het eigen boekjaar gerealiseerd of geleverd worden in normale omstandigheden. Voor deze investeringen dient er een informele vergelijking van prijzen en voorwaarden te gebeuren van minimaal 3 leveranciers/aannemers;
Deze omschrijving geldt tot eventueel andere richtlijnen van de hogere overheid worden opgelegd.
Het vast bureau is bevoegd om voor de verrichtingen van dagelijks bestuur de gunningswijze en de aannemingsvoorwaarden van overheidsopdrachten vast te stellen en dit beperkt tot de op de budgetten ingeschreven kredieten.
Artikel 2.- De verrichtingen van het exploitatie- en het investeringsbudget die beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur en het bedrag van €1.000,00 excl. BTW niet overschrijden kunnen gegund worden d.m.v. een bestelbon en aangenomen factuur zonder een vergelijking van prijzen en voorwaarden van minimaal 3 leveranciers. Er dient wel te allen tijde gecontroleerd te worden of de voorwaarden en prijs van de opdracht marktconform zijn.
Artikel 3.- Als daden van beheer van de inrichtingen en eigendommen van het OCMW worden beschouwd:
- het algemeen onderhoud van de gebouwen;
- de toewijzing van de diverse lokalen aan de diensten van het OCMW;
- het occasioneel ter beschikking stellen van lokalen en terreinen aan derden;
- het tijdelijk ter beschikking stellen van lokalen of terreinen aan derden voor een maximale duur van 1 dienstjaar en tegen een maximale vergoeding van € 5.500 per jaar.
Deze daden van beheer behoren tot de bevoegdheid van het vast bureau.
Artikel 4.- De delegatie van de toekenning van de bevoegdheden vermeld in artikel 1,2 en 3 is van toepassing vanaf heden tot en met het einde van de legislatuur, behoudens andersluidende beslissing.
Artikel 5.- In toepassing van artikel 285 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De raad voor maatschappelijk welzijn van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente Kinrooi, provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de wet:
Gelet op de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 177 dat bepaalt dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid instaat voor de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontroles van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 266 en 267;
Overwegende dat deze voorwaarden vastgelegd in artikel 266 van het Decreet Lokaal Bestuur stellen dat de voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum vooraleer enige verbintenis kan worden aangegaan;
Overwegende dat het tot de bevoegdheid hoort van de raad voor maatschappelijk welzijn om na advies van de financieel directeur, de nadere voorwaarden te bepalen waaronder de financieel directeur de controle vermeld in artikel 266 tweede lid uitoefent en om, binnen de perken die zijn vastgelegd door de Vlaamse Regering, bepaalde categorieën van verrichtingen uit te sluiten van de visumverplichting;
Overwegende dat de financieel directeur een voorwaardelijk visum kan geven, dit dient uitdrukkelijk gemotiveerd te worden;
Overwegende dat het wenselijk is de continuïteit en de vlotte werking van de diensten van het OCMW te verzekeren;
Overwegende dat het aangewezen is het bedrag vrijgesteld van het visum van de financieel directeur niet te hoog te plafonneren, enerzijds in het kader van de interne controle en anderzijds om de werking van de diensten van het OCMW niet te vertragen;
Op voorstel van het vast bureau en met gunstig advies van de financieel directeur;
BESLUIT:
Artikel 1.- Elke verbintenis die resulteert in een uitgaande netto-kasstroom en een financiële impact heeft op het budget of op het financieel meerjarenplan wordt beschouwd als een financiële verbintenis, ongeacht of deze verbintenis onderworpen is aan de wetgeving overheidsopdrachten of niet.
Voor de financiële verbintenis wordt:
- een advies over de procedure gevraagd aan de financieel directeur vooraleer het dossier wordt opgenomen op de agenda van het vast bureau c.q. raad voor maatschappelijk welzijn.
- een visum aan de financieel directeur gevraagd vooraleer het vast bureau een beslissing neemt betreffende het aangaan van de verbintenis (gunning van opdrachten, ondertekening contracten, aanstellingen personeel…).
Het advies over de procedure heeft betrekking op de voorgenomen gunningswijze en aannemingsvoorwaarden in het kader van de procedure overheidsopdrachten.
Het visum bestaat enerzijds uit een controle op het gebruik van het budgetartikel en de beschikbaarheid van de kredieten en anderzijds uit een controle van de wetmatigheid en regelmatigheid van de voorgenomen beslissing. Het visum kan positief, negatief of voorwaardelijk zijn.
Bij weigering van een visum kan het vast bureau op eigen verantwoordelijkheid viseren mits de procedure zoals voorzien in artikel 267 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Artikel 2.- In afwijking van artikel 1 worden alle financiële verbintenissen die betrekking hebben op het dagelijks bestuur en die resulteren in een uitgaande netto-kasstroom van minder dan € 10.000 exclusief btw, uitgesloten van de advies- en visumverplichting.
Deze vrijstelling geldt o.a. voor:
- Contracten waarop de wetgeving op de overheidsopdrachten al dan niet van toepassing is;
- Individuele toekenning van bezoldigingen, voor zover ze voortvloeien uit de toepassing van het personeelsstatuut;
- Subsidies die in uitvoering van een goedgekeurd subsidiereglement worden toegekend of nominatief in het budget zijn opgenomen en lager zijn dan € 10.000 per jaar. Uitzondering hierop zijn investeringssubsidies die ongeacht het bedrag verplicht onderworpen zijn aan de advies- en visumverplichting.
Artikel 3.- Worden eveneens vrijgesteld van de advies- en visumverplichting:
- Dotaties aan gemeente, politiezone, het AGB en kerkfabrieken.
- Aanstellingen van personeel waarvan de duur niet meer bedraagt dan 1 jaar.
- Meerjarige verbintenissen voor zover die resulteren in een uitgaande netto-kasstroom van minder dan € 10.000 exclusief btw.
- Schulduitgaven die voortvloeien uit regelmatig aangegane verbintenissen. Uitzonderingen hierop zijn nalatigheids- of moratoriumintresten en boeten en dwangsommen die ongeacht het bedrag verplicht onderworpen zijn aan het visum.
Artikel 4.- Voor de berekening of een verbintenis tot een advies/visum aanleiding geeft of niet wordt steeds de totale duurtijd in aanmerking genomen. Indien de duurtijd niet op voorhand vast te leggen is wordt uitgegaan van een duurtijd van 4 jaar.
Voor de aanstellingen van personeel moet bij opeenvolgende contracten voor dezelfde functie de totale duur in aanmerking worden genomen.
Artikel 5.- Modaliteiten waaronder advies/visum worden uitgeoefend:
- het volledige dossier dient aan de financieel directeur te worden bezorgd: het bevat alle stukken die nodig zijn om de wettigheid en regelmatigheid te kunnen beoordelen;
- het dossier wordt voorafgaandelijk aan de beslissing van het vast bureau/raad voor maatschappelijk welzijn voorgelegd aan de financieel directeur;
- een advies/visum zal nooit achteraf worden gegeven;
- de financieel directeur moet steeds een redelijke tijdspanne hebben ter beoordeling van het dossier en dit in verhouding tot de moeilijkheidsgraad van het dossier;
- het advies/visumnummer dient steeds in de notulering te worden opgenomen.
Artikel 6.- Dit besluit treedt in werking vanaf datum van deze beslissing.
Artikel 7.- In toepassing van artikel 285 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt de beknopte beschrijving van dit besluit opgenomen in de overzichtslijst die op de webtoepassing van de gemeente wordt bekendgemaakt en wordt de toezichthoudende overheid van die bekendmaking op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de bepalingen van de wet:
Gelet op het decreet betreffende de woonzorg (woonzorgdecreet) van 15 februari 2019;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers (stambesluit), meer bepaald bijlage 11;
Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 16 december 2024 met betrekking tot de goedkeuring van de overeenkomst coördinerend en raadgevend arts voor woonzorgcentrum en centrum voor kortverblijf Zorgvlied met dr. J. Mertens en dr. S. Paumen;
Overwegende dat de bepalingen in bijlage 11 van het stambesluit met betrekking tot de coördinerend en raadgevend arts, meer bepaald artikel 33 en 34, met ingang van 1 april 2025 werden aangepast;
Overwegende dat dientengevolge de bestaande overeenkomst coördinerend en raadgevend arts hieraan aangepast dient te worden;
Gelet op het aangepaste ontwerp van overeenkomst coördinerend en raadgevend arts;
BESLUIT:
Artikel 1.- De Raad voor Maatschappelijk Welzijn keurt de aangepaste overeenkomst coördinerend en raadgevend arts goed.
Artikel 2.- De burgemeester en de algemeen directeur, of hun wettelijke vervangers, worden gemachtigd deze overeenkomst te ondertekenen.
Artikel 3.- Dit besluit wordt overeenkomstig de vigerende wetgeving bekend gemaakt.
Artikel 4.- Een afschrift van het besluit en de overeenkomst wordt ter opvolging en uitvoering overgemaakt aan de directeur ouderenvoorzieningen Zorgvlied.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van de gemeente Kinrooi, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig de bepalingen van de wet:
Gelet op het decreet betreffende de woonzorg (woonzorgdecreet) van 15 februari 2019;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers (stambesluit), meer bepaald bijlage 11;
Overwegende dat de bepalingen in bijlage 11 van het stambesluit met betrekking tot het algemeen reglement van de medische activiteit, meer bepaald artikel 35, met ingang van 1 april 2025 werden aangepast;
Overwegende dat dientengevolge het bestaande algemeen reglement van de medische activiteit hieraan aangepast dient te worden;
Gelet op het aangepaste ontwerp van algemeen reglement van de medische activiteit;
BESLUIT:
Artikel 1.- De Raad voor Maatschappelijk Welzijn keurt het aangepaste algemeen reglement van de medische activiteit binnen WZC Zorgvlied goed.
Artikel 2.- De burgemeester en de algemeen directeur, of hun wettelijke vervangers, worden gemachtigd dit reglement te ondertekenen.
Artikel 3.- Dit besluit wordt overeenkomstig de vigerende wetgeving bekend gemaakt.
Artikel 4.- Een afschrift van het besluit en het reglement wordt ter opvolging en uitvoering overgemaakt aan de directeur ouderenvoorzieningen Zorgvlied.
De voorzitter sluit de zitting op 07/04/2025 om 20:27.
Namens Raad voor maatschappelijk welzijn,
Jörgen Janssenswillen
Algemeen Directeur wnd.
Jo Brouns
Voorzitter RVMW